Slaan wij de kerst over dit jaar? “Nee toch zeker!”

Zwijndrecht / Ambacht – “Het is absoluut een slecht idee de kerst over te slaan dit jaar”, zegt kerstbomenverkoper Wim-Jan Van Middelkoop als ik hem om een reactie vraag op de opmerking van ic-arts Diederik Gommers, de kerst dit jaar te laten voor wat zij is. “Kerst is bij uitstek een tijd om samen met familie en gezin door te brengen”, gaat hij verder. En dat is precies waar de schoen wringt, immers het samenzijn met meerdere personen beperkt zich in deze tijd van corona tot een groep van maximaal drie personen per dag en alles op anderhalve meter afstand. Aan de Karel Doornmanstraat in Zwijndrecht en het Louwersplein in Ambacht geeft ‘de straat’ haar mening.

Gratia Blom verlaat zojuist de supermarkt, “Nee, natuurlijk sla ik de kerst niet over. Familie hoort gewoon bij elkaar, kinderen en kleinkinderen. Trouwens een volgende golf krijgen wij toch wel”, gaat zij verder. “Van corona komen wij niet meer af, kijk maar naar de winkels in de grote stad het is er zo ontiegelijk druk en de mensen zitten zo op elkaar. Het is onverantwoordelijk”. Sara zegt in het voorbijgaan dat je ervoor kan kiezen kerst een jaar over te slaan. “Voor mij is kerst een uiting van mijn geloof en ook een stukje huiselijke gezelligheid”. “Waarom dan de kerst overslaan”, vraag ik haar, “het is nu zo anders met corona dan andere jaren”, legt zij uit, “het is gewoon niet te doen, daarom vier ik kerst dit jaar niet met de hele familie maar met slechts één dochter”. Zij lacht en zegt, “ik hoop toch dat wij het nog een beetje leuk zullen hebben”. Yapan, die van Turkse komaf is, excuseert zich direct, “ik ben niet van de kerst, het is voor mij simpel overal moet je mondkapjes dragen en je mag nergens samenkomen dus sla de kerst maar een jaar over. Het is leuk om bij elkaar te komen maar de gezondheid gaat voor alles. Het zal een uitzondering zijn, mensen zullen dit wel begrijpen”.

Dan wandelt Martin voorbij, “bij mij komen vier volwassenen en twee kinderen op bezoek eerste kerstdag”, zegt hij. “dat gaat niet”, reageer ik met een glimlach. “Ik kan toch moeilijk één van mijn kinderen uitsluiten”, gaat hij verder. “Ik ga over de regels heen toch is de kerst voor mij niet anders dan anders, wel proberen wij wat meer uit elkaar te zitten en afstand te houden”, om dan af te sluiten met, “Ik voel mij verantwoordelijk maar ik kan niet in de toekomst kijken en kerst is kerst”. Op het Louwersplein tref ik Bodhi, “vier kerst gewoon thuis”, zegt hij, “en maak via meerdere aangesloten apparaten er een FaceTime call kerstmoment van. Als je dan toch met zijn allen samen wil komen doe dat dan lekker buiten”, roept hij mij nog na. Ook Kaylee denkt er net zo over, “ik vind zeker dat je de kerst moet vieren, en daar hoef je niet speciaal voor bij elkaar te zijn. Je kan elkaar ontmoeten via internet, ZOOM call bijvoorbeeld, dan ben je heerlijk live met elkaar verbonden”. Op weg naar huis denk ik plots aan wat de geestelijkheid hiervan denken zal. Ik vraag Jan Breman (predikant van de CGK Rehobothkerk) op de man af, “zullen wij de kerst maar over slaan dit jaar?” “Kijk , de kerst overslaan of het nu een goed idee is of niet”, antwoordt hij, “God slaat de kerst niet over, Hij heeft zijn zoon voor ons gegeven om ons dicht aan Zijn hart te brengen. Wij vieren Zijn verjaardag en die blijven wij vieren tot dat hij terugkomt, Immanuel God met ons!”

Het zijn gekke tijden voor onze zwembaden

Frank Holterhues (manager a.i. bij zwembad De Louwert en directeur van De Hoge Devel B.V.) zegt het onomwonden, “laten de mensen maar weer komen zwemmen, het is hier veilig en wij hebben het in onze zwembaden rond corona prima georganiseerd”.

Waar eind 2019 in Hendrik Ido Ambacht het nieuwe zwembad De Louwert geopend werd en voor Zwijndrecht in 2021 de bouw van een nieuw zwembad op stapel staat, mengt 2020 zich als coronajaar ertussen.

“lk loop al veertig jaar mee in de wereld van de zwembaden”, vertelt Frank, “ik heb dit jaar gezien en geleerd dat de wereld er ’s ochtends heel anders uit kan zien dat ‘s avonds”. Hij beschrijft hoe hij en zijn medewerkers op dinsdagavond 3 november jl. al voorbereid waren om twee weken de deuren te moeten sluiten. “Toen bereikte ons de dag erop het nieuws dat wij mogelijk toch open zouden blijven. Die avond moesten wij alsnog sluiten. Ik kan niet anders zeggen dan dat wij gekke tijden doormaken”. Dan vertelt hij gepassioneerd over het reilen en zeilen in deze bijzondere tijd, “ik ben blij dat alle medewerkers nog steeds hun contracturen hebben. Zij hebben zich tijdens de sluiting van onze baden beziggehouden met onderhoudswerkzaamheden aan de accommodaties. Vergeet niet dat wij normaal op een zondag in De Hoge Devel zo’n vijf- tot zeshonderd bezoekers trekken. Dat zijn er nu niet meer dan honderd. En waar wij in het buitenbad van De Louwert op een zomerse dag wel 3500 bezoekers mogen ontvangen, waren dat er dit jaar hoogstens zeshonderd. Je moet begrijpen dat mensen voorzichtiger zijn geworden”.  

Dan roept Frank de mensen opnieuw op te komen zwemmen, “wij hebben voor alle activiteiten, ook die van de verenigingen, protocollen opgesteld. Weliswaar mogen wij maar dertig bezoekers in een ruimte ontvangen, moeten wij de anderhalve meter garanderen en zijn douches en kluisjes afgesloten, maar zwemmen kan men. Wat wij mensen slechts vragen is het moment van zwemmen vast te leggen door vooraf via de website te reserveren”.

Frank spreekt met waardering over de ondersteuning die Sportfondsen Nederland heeft gegeven en nog geeft bij het opstellen van richtlijnen rondom te nemen maatregelen. “Met hun advies en deskundigheid als basis zijn regels opgesteld uit oogpunt van veiligheid en bescherming van onze bezoekers”. Hij complimenteert ook de verenigingen, “of het nu de zwem- en waterpolovereniging betreft, de reddingsbrigade of de duikvereniging, allen stelden zij een coronaprotocol op dat naadloos aansluit op de eisen die wij als zwembaden stellen”.

Tenslotte durft Frank Holterhues vooruit te kijken. “Zwijndrecht zal over niet al te lange tijd een nieuw zwembad krijgen”, vertelt hij, “de gemeente Zwijndrecht zal spoedig beslissingen nemen omtrent de voortgang, de projectfasering en de bouw. Mooi vind ik het hoe onze zwembaden (de Louwert en de Hoge Devel) elkaar versterken en aanvullen in wat zij de potentiële bezoekers te bieden hebben. De Hoge Devel zal in haar nieuwe vorm als binnenbad een stuk groter zijn dan het huidige bad. Met een doelgroepenbad, een whirlpool en de faciliteit van een beweegbare bodem komt zij straks uitstekend voor de dag. Daar vult De Louwert met zijn prachtige buitenbad en zonne-speelweide heel goed op aan”. En omdat driemaal scheepsrecht is, herhaalt hij het nog maar een keer, “Lieve mensen kom maar weer zwemmen, het is sportief, het houdt je gezond en in onze baden is het veilig”.

Vierde op de SGP-kandidatenlijst voor de Tweede Kamerverkiezingen biedt vertrouwen

André Flach knipoogt naar ‘Het Haagsche’

Hendrik Ido Ambacht – Onlangs werd de kandidatenlijst voor de Tweede Kamerverkiezingen gepresenteerd waarop de naam van André Flach, wethouder Economie en Financiën van de gemeente Hendrik Ido Ambacht, prijkt op een vierde plaats. Het is niet voor niets dat hij die plek inneemt, immers zijn persoon en zijn staat van dienst maken hem klaar voor op zijn minst een knipoog naar ‘Het Haagsche’.

André Flach, oudste kind uit een ondernemersgezin van zes kinderen, vindt zichzelf een optimistisch mens. “Ik ben gedreven, resultaatgericht en nuchter”, vertelt hij, “en voor zover je dat van jezelf kan zeggen, ben ik ook bescheiden. Ik heb van huis uit meegekregen dat gewoon doen al gek genoeg is”.

André bezit een duidelijke visie en luistert graag naar dat wat leeft. Als het zijn rol in de politiek betreft zegt hij, “ik voel mijzelf een politiek bestuurder met een stijl die van nature verbindt. Ik neem een houding aan tegenstellingen met woorden te overbruggen”, vertelt hij. “Bijbels sluit dit mooi aan bij een tekstgedeelte uit de Romeinenbrief, houdt zo mogelijk, voor zover het van u afhangt, vrede met alle mensen”.

Wij staan stil bij de waarschijnlijkheid dat zijn partij, de SGP, bij de komende Kamerverkiezingen een vierde zetel zal bemachtigen. André is daarin duidelijk, het is zeer wel mogelijk ook al hangt dat deels van de opkomst af. Neemt niet weg dat steeds meer mensen onze partij zien als open en transparant en als standvastig en geloofwaardig in haar wijze van politiek bedrijven. Dat spreekt aan!”.

Samen nemen wij het verkiezingsprogramma van de SGP door. Drie uitgangspunten zijn daarin leidend, dat van het gezin, Nederland en leven in de breedste zin van het woord.

Het gezin als micro-samenleving verdient veel meer aandacht”, legt André uit, de algemene tendens is dat qua beleid en te nemen maatregelen vooral keuzes worden gemaakt die betrekking hebben op carrièrekansen en arbeidsparticipatie. Wij beseffen onvoldoende dat een gezonde maatschappij staat of valt met bij het floreren van een gezond gezin. Te vaak en te snel wordt ingezet op het beëindigen van relaties, terwijl juist veel meer prioriteit gegeven moet worden aan het behouden daarvan.

Betaald werk moet niet altijd de norm zijn. Het besef moet er komen dat het gezin het fundament van een gezonde samenleving is waarin zorg voor en omzien naar elkaar centraal staan. De SGP kiest voor de waarden van het leven met het gezin als anker. Ook een veilig en zorgzaam Nederland waar ouderen er toe doen is waar de SGP voor staat. Een Nederland dat zich openlijk afkeert van de radicale islam en de opgebouwde waarden van vrijheid van woord en geschrift koestert en verdedigt”.

Dan maken wij tenslotte een vergelijk tussen ‘Den Haag’ en de gemeente- en regiopolitiek van Hendrik Ido Ambacht en Drechtsteden. Zo groot is het verschil niet”, vertelt André, “vergeet niet dat gemeenten al veel uitvoerende taken en verantwoordelijkheden over hebben gekregen vanuit ‘Het Haagsche’. Ik zou in de landelijke politiek met mijn expertise en ervaring uit de regio van meerwaarde kunnen zijn bij het verder stroomlijnen van ieders rol en inhoud op landelijk, regionaal en lokaal niveau”.  Afsluitend zegt hij glimlachend, “Den Haag staat voor uitdaging en dynamiek maar Ambacht is voor mij uniek en heeft een bijzondere plaats in mijn hart”.

Onze beursvloer brengt vraag en aanbod samen

Zwijndrecht – Op twee november j.l. opende burgemeester Hein van der Loo de beursvloer, een initiatief van Diverz, de zichtbaar brede welzijnsorganisatie van Zwijndrecht, en het ondernemersfonds. “Waar het om gaat is een match te maken”, zei van der Loo, “een match tussen vraag en aanbod die elkaar ontmoeten op de beursvloer. Alles met gesloten beurs, dus zonder geld, maar met een hele grote waarde”, aldus van der Loo.

Op de beursvloer worden in de vorm van een informele bijeenkomst door ondernemers, overheidsinstanties en maatschappelijke organisaties goederen, inzet en kennis aangeboden en gevraagd. Vinden partijen elkaar in vraag en aanbod dan is er sprake van een match. De voorwaarde die daarbij geldt is dat de match binnen één kalenderjaar wordt ingelost.

“De beursvloer is uniek in haar aanpak”, vertelt Yvonne Zuidgeest (directeur-bestuurder van Diverz). “Het past zo goed bij onze kerntaak als welzijnsorganisatie om ontmoeting en verbinding tot stand te brengen. In dit geval zijn het bedrijven en instellingen die wij letterlijk een vloer, de beursvloer, aanbieden om met elkaar de match te maken. Een match van 1+1=3”. 

“Alleen dit jaar is het heel anders”, vertelt Melanie Barbier. Zij is als projectcoördinator binnen Diverz samen met haar collega’s Amy Putters en Antoinette Tuijtel verantwoordelijk voor de uitvoering. “Waren wij vorig jaar nog in hotel ARA met de beursvloer en konden wij toen in een middag en avond elkaar fysiek ontmoeten en matches maken, nu vindt de beursvloer digitaal plaats”, legt zij uit. “Een digitale beursvloer die de hele maand november duurt, of misschien nog wel iets langer, want wij merken dat het enthousiasme om zich aan te melden merkbaar toeneemt”.

“Iedere dag ben ik aan de slag met mijn collega’s om vraag en aanbod te matchen”, vertelt Melanie. “Het digitaal organiseren van de beursvloer is een stuk intensiever dan hoe wij het gewend waren. Het kost meer tijd organisaties te benaderen en een match tot stand te brengen. Toch proeven wij dat de beursvloer leeft binnen Zwijndrecht”, gaat zij verder. “Wekelijks kiezen wij uit de gemaakte matches de match van de week en om het voor organisaties aantrekkelijk te maken verloten wij wekelijks een online whisky proeverij”. 

“Blij zijn wij ook met de contacten en de samenwerking met de digitale winkelstraat Zwijndrecht, ZO Zwijndrecht”, vult Yvonne aan. “Zij helpen ons bij het vinden van het juiste aanbod bij een door een onderneming of instelling ingediende vraag. En dat is precies wat maatschappelijk welzijn inhoudt en wil zijn”, gaat zij verder, “vanuit een individueel belang elkaar vinden om gemeenschappelijk van meerwaarde te kunnen zijn. Dat is al met al over de eigen grenzen heen kijken om de ander te vinden in een wederzijdse behoefte. Ik herhaal het nog maar een keer zo wordt een match er één van 1+1=3”.

Melanie maakt tenslotte van de gelegenheid gebruik om instellingen en ondernemingen (“en daar horen de ZZP’ers zeker bij”) aan te sporen zich aan te melden. Dat kan natuurlijk op de website www.beursvloerzwijndrecht.nl of door contact op te nemen met Diverz via 078-620 6060. Dan voegt zij met een glimlach toe, “De beursvloer is er voor jou en voor U, toe meldt je maar aan!”

De laan van Welhorst hoogst verkeersonveilig!

Een viertal bewoners maakten vorige week gebruik van hun spreekrecht om hun zorgen te uiten over de onveilige situatie aan de Laan van Welhorst. Jessica Zoutewelle, samen met haar buren Ed Huijgen en Sylvia Termijn woonachtig aan de Boterbloem, heeft de verkeersonveiligheid op de Laan van Welhorst de laatste vijftien jaar alleen maar zien toenemen. “De reden waarom wij vanavond inspreken heeft te maken met het feit dat wij de afgelopen weken diverse malen getuigen zijn geweest van ongevallen waarbij ook steeds de ambulance uit moest rukken“. Met nadruk zegt zij,    “ tot nu toe zijn er alleen gewonden gevallen, maar het wachten is op het eerste dodelijke slachtoffer“.

Onomwonden geeft zij aan waar het knelt, “Op de Laan van Welhorst wordt erg hard gereden. Automobilisten die zich keurig aan de snelheid houden worden regelmatig rechts via de busbaan ingehaald door autobezitters die kennelijk ongeduldig zijn“. Zij gaat verder met, “ook automobilisten die stoppen voor overstekende voetgangers op het zebrapad worden rechts met hoge snelheid via de busbaan gepasseerd“. Zij merkt op dat er het laatste anderhalf jaar op de Laan van Welhorst een sterke toename is van hard rijden in de avond en de nacht. “Wij horen de coureurs in de nachtelijke uren vanuit Zwijndrecht al aankomen, zij racen van rotonde naar rotonde“. Dan zoomt zij in op de kruising Boterbloem, Akkerviool en Laan van Welhorst. “Het mooie afgescheiden fietspad uit de richting Zwijndrecht eindigt plots op de kruising Akkerviool, Laan van Welhorst om over te gaan in een stuk `gewone` weg (de Boterbloem). Na de Boterbloem gaat het afgescheiden fietspad weer verder tot aan de brandweerkazerne“. Jessica vertelt dat de fietsers onvoldoende in de gaten hebben dat het fietspad onderbroken wordt, waardoor zij de hele `gewone` weg als fietspad gebruiken. “Ook de automobilisten uit de Akkerviool zijn zich onvoldoende bewust van de fietsers die plots van rechts komen, gefocust  als zij zijn op de kruising met de Laan van Welhorst“, gaat zij verder. Tenslotte geeft zij aan dat fietsers richting Zwijndrecht, vaak druk met hun sociale media, zich niet bewust zijn van de Akkerviool als straat van rechts waar bovendien gemiddeld sneller wordt gereden.           

Jessica komt samen met haar buren afrondend tot een voorstel richting de gemeente, dat luidt:  A. Een rotonde aanleggen op de kruising Laan van Welhorst met de Akkerviool. B. Op de Laan van Welhorst drempels op de weg plaatsen om de snelheid eruit te halen. C. Een afgesloten fietspad realiseren op de Boterbloem. D. De busbaan van de rijbaan scheiden middels een verhoging of een kleine groenstrook. De andere inspreker, de heer de Koomen, herkent zich volledig in de hiervoor geschetste situatie. Hij woont tegenover het winkelcentrum Hoog Ambacht en zegt dagelijks doodsangsten uit te staan bij het zien van overstekende ouderen en kinderen en het tegelijkertijd  met hoge snelheid passeren van motoren en auto´s. “Ik weet dat het plaatsen van snelheidscamera´s moeilijk ligt, maar verkeerslichten plaatsen is wel het minste dat de gemeente zou kunnen doen ter bescherming van de voetgangers“. Wethouder Lafleur zegt de zorg van de insprekers te delen. Hij start in juli met het verkeersmobiliteitsplan en bijbehorende website. In oktober van dit jaar hoopt hij de reacties van de bewoners op dit plan verzameld te hebben. Hij verwacht dan ook de eerste stappen te kunnen zetten om de situatie aan de Laan van Welhorst zichtbaar te verbeteren.

De realiteit onder ogen

Zwijndrecht – Lilian Bouman (bestuurder van de Swinhove Groep) zegt het ronduit, het belangrijkste doel op dit moment voor de organisatie is het waarborgen van de veiligheid van onze cliënten en medewerkers en in het verlengde daarvan de garantie dat onze cliënten        bezoek krijgen”.  Zij verduidelijkt, “het is zo wezenlijk dat de cliënten het leven kunnen leiden dat bij hen past en dat begint bij het voelen van de nabijheid van de mensen die zij liefhebben”.

Joke Verhage (voorzitter van de centrale cliëntenraad) beaamt dat, “ook al zijn het weliswaar niet meer dan twee bezoekers toch is het bijzonder dat dit kan, juist ook omdat alles op alles wordt gezet om binnen de locaties van Swinhove de afgekondigde maatregelen zoveel mogelijk te handhaven”.

Lilian geeft onomwonden toe dat er sprake is van een spannende situatie, “de zorg staat onder druk”, zegt zij, “wij zien het aantal besmettingen toenemen en ik kan gerust zeggen dat het begint te knellen”. Haar zorg spreekt zij uit als zij zegt, “een heel groot verschil ten opzichte van de eerste coronagolf is dat wij als organisatie nu voor de uitdaging staan om bezoekers aan te spreken zich te houden aan de regels die wij op onze locaties hebben gesteld. Naast het reguliere werk moeten medewerkers nu regelmatig de discussie aangaan met sommige bezoekers, die kennelijk de noodzaak van de door ons genomen maatregelen niet inzien. Dat is frustrerend en levert veel negatieve energie op”. Met klem zegt zij tegen een ieder, “laten wij het nu samen doen en steun ons in onze taak”.

Joke noemt het overleg tussen het bestuur en de cliëntenraad constructief, “wel was het voor ons moeilijk te accepteren dat de brasserieën gesloten werden”. “Ja”, vertelt Lilian, “het is een kwestie van samen zoeken naar wat wel en niet kan. Wij hebben tenslotte te maken met kwetsbare mensen, daar staat tegenover dat wij verveling of zelfs vereenzaming willen voorkomen”. “Wij zijn daarom heel blij met het maatwerk dat geleverd wordt door de organisatie”, vult Joke aan.

Terug naar de actualiteit waarin Lilian schetst dat er wekelijks contact is met de collega- zorgorganisaties in de regio. “Wij kijken samen met het Albert Schweitzer ziekenhuis hoe wij de verblijfsduur voor cliënten bij hen kunnen verkorten door onder andere bij ons capaciteit in de vorm van bedden te creëren. De samenwerking is er één van permanent afstemmen”.

Lilian staat kort stil bij de verandering in werkzaamheden, “bij de eerste corona golf hebben wij ervaren dat in de uitvoering van het werk op afstand zoveel mogelijk is. Het gebruik van iPads en het verlenen van directe zorg via beeldbellen verruimt onze mogelijkheden en boort creativiteit en flexibiliteit in de organisatie aan”. Lilian breekt vervolgens een lans voor de medewerkers, “ik hecht eraan mijn waardering uit te spreken voor onze medewerkers, die gegeven de omstandigheden werkelijk alles blijven geven en doen. Dat geldt zeker ook voor onze thuiszorg”, gaat zij verder, “zij worden vaak met schrijnende situaties geconfronteerd en nemen daarin volop hun verantwoordelijkheid”. Ook Joke sluit zich hierbij aan als zij zegt, “ik denk wel eens, hoe houden jullie het vol”, om dan een compliment te geven aan de organisatie, “wij zijn als cliëntenraad onder de indruk van de speciale aandacht die uitgaat naar medewerkers en de coachende begeleiding die zij in sommigen gevallen krijgen”.

Lilian doet tenslotte een oproep aan een ieder die graag wat wil betekenen, “meld je aan en kom onze organisatie ondersteunen met je inzet en je talenten”. Zij sluit af met haar credo, “er is eindeloos veel meer wat wel kan dan wat er niet kan”.

De horeca zet zich schrap

Ambacht / Zwijndrecht- Het afkondigen van een gedeeltelijke lockdown met als belangrijkste maatregel de sluiting van alle eet- en drinkgelegenheden was reden genoeg om in gesprek te gaan met enkele horecaondernemers en hun gasten. Wij peilden de stemming.

“Het is vreselijk, zegt Nikolina, eigenaresse van restaurant Bas aan de Veersedijk in Ambacht. “In november 2019 zijn wij geopend. Het was altijd al onze droom om een restaurant te beginnen, maar dan één met een culinair karakter. Na drie maanden kwam de eerste lockdown, die hebben wij overleefd. Maar dit… dit hadden wij niet voorzien”. Zij vertelt dat de zomermaanden hun restaurant veel naamsbekendheid heeft opgeleverd. “Het ging heel goed, er was veel animo en wij hadden de zaken goed voor elkaar. Nu weet ik nog niet hoe wij hieruit moeten komen”, vertelt zij gelaten. “Het is hard en heftig als je ziet hoe schoon en netjes het hier is en hoe wij bijvoorbeeld zaken als een goede ventilatie geregeld hebben”. Strijdbaar klinkt het dan, “ook al is de situatie niet leuk, ons restaurant is onze droom en wij gaan ervoor door het stof. Voor ons zijn deze vier weken van lockdown vooral weken van actief kijken naar wellicht een nog beter concept”. 

Voor Wim en Anja van Eeterij en Tapperij ’t Ambacht aan de Dorpstraat in Ambacht ligt dat heel anders. Wij zijn relaxed”, zegt Wim, “het is niet leuk, maar veranderen kunnen wij er niets aan. Het beste ervan maken, dat wel. Wij doen nu veel met thuisbezorging, al twee weken flyeren wij in heel Ambacht. Dat had in maart, bij de eerste lockdown, al direct resultaat en daar zijn wij blij mee”. “Mensen kunnen ons bellen en wij komen aansnellen”, vult Anja aan. “De mensen die normaal hier kwamen eten bestellen nu vanuit huis”. Wim legt uit dat flyeren ook weer nieuwe klanten oplevert. “Zo heeft ieder nadeel ook zijn voordeel en zo maken wij van een nood een deugd”. Hij glimlacht als hij zegt, “ondanks dat wij een nieuw concept hebben (klanten kunnen nu ook grillkippen bij ons bestellen), blijft onze voorkeur uitgaan naar het persoonlijk ontvangen van onze gasten in ons restaurant. Zij zijn straks weer van harte welkom!”.   

Thomas en Michel, de zakenpartners en uitbaters van Du Bistro aan de Passage in Zwijndrecht, zeggen veel steun te hebben gehad van hun klanten. “Wij zaten de twee dagen voorafgaand aan de sluiting bomvol”, vertelt Michel. “Dat geeft een fijn gevoel”, valt Thomas hem bij. “Mensen laten ons voelen en weten er ook weer te zullen zijn als wij straks weer open gaan”.   

Du Bistro is van plan met acties mensen te bedienen. Afhalen zal mogelijk worden in de weekenden, er blijft gekookt worden. “Ja”, bevestigt Michel, “wij blijven bezig, het is tenslotte ons vak!”

Er is bij beide heren overigens maar weinig begrip voor de maatregelen. “Wij hebben zo ons best gedaan. De regels nageleefd rond de tafelbezetting, het noteren van naam en telefoonnummer, het eventueel beschikbaar stellen van mondkapjes”, Michel zucht als hij zegt, “en dan te bedenken dat wij twaalf maart voor het eerst opengingen om vijftien maart alweer te moeten sluiten”.

“Blij waren wij met de zomer”, vertelt Thomas. “Wij hadden veel aanloop en wij verheugden ons op de herfst. Dat is traditioneel ons seizoen, mooie wildgerechten met een goed glas wijn”. “Dan valt het zwaar dat wij nu voor de tweede keer dicht moeten”, vult Michel hem aan. “Uiteindelijk is ons doel toch de zaak vol te hebben met leuke mensen en gemotiveerd personeel, kortom het goed te hebben met elkaar”.

Ook de vaste klanten Raymond en Patrick spreken hun teleurstelling uit. “Het is spijtig dat Du Bistro nu voorlopig weer moet sluiten”, zegt Raymond. “Wij zijn speciaal vanavond gekomen om de eigenaar een hart onder de riem te steken. Het is dubbel voor ons, wij genieten weliswaar van deze avond, het is alleen zo jammer dat dit voorlopig even niet meer kan”. “Het is zuur”, zegt Patrick “wij komen hier al vanaf dag één om verjaardagen en jubilea te vieren. Het is hier heerlijk ongedwongen en gezellig, dat is wat wij de komende weken zullen missen”. Dan knipoogt Raymond naar Michel als hij zegt, “de komende weken maken wij het thuis gezellig en daar kan ook heerlijk gekookt worden. Wij gooien het gewoon op een akkoordje met Michel, die komt vast een keertje langs om… te koken”.

Samen in de naam van

Deze keer trek ik de grens over naar Zuid-Spanje. Ik ontmoet Wim de Groen, hij is zendingswerker.      Ik praat met hem over een leven in het teken van roeping en missie, over het leven in Zuid-Spanje met zijn gezin en natuurlijk over Ambacht. “Ambacht, dat is het thuisgevoel. Ambacht is dorps en tegelijkertijd vlakbij de stad, het is voor mij de Ring waar ik ben opgegroeid en de Stadhouder Willem III waar ik naar school ging”. 

Wim vertelt over het leven in Nederland, “nadat wij na acht jaar in Ecuador te hebben gewoond in de zomer van 2019 naar Spanje zouden vertrekken, hebben wij vier maanden overbrugd in Ambacht. Die vier maanden waren precies genoeg, immers het viel ons direct op dat de Nederlandse mensen fantastisch zijn, maar ook dat zij geen tijd hebben”. Wim vertelt verder, “de klok regeert het leven in Nederland. Om half zes wordt er gegeten, om half acht naar de televisie gekeken en zondags gaat men om half tien naar de kerk. Waar is de verrassing in het leven van de Nederlander? Waar is de ruimte om tijd te nemen voor een spontane ontmoeting tijdens het doen van de boodschappen?” Wij stappen over naar het hier en nu, nadat Wim nog toevoegt, “ik gun de Nederlander een leven waarin niet de planning, maar de liefde voor elkaar centraal staat”.

Sinds de zomer van 2019 geven Wim en Nienke leiding aan een trainingsprogramma. De schat aan kennis en ervaring die zij hebben opgedaan bij het uitvoeren van waterprojecten, in de gezondheidszorg en in de kassenbouw dragen zij nu over aan nieuwe zendingswerkers. Wim vertelt, “gedurende zes maanden krijgen de zendingswerkers een training die naast Bijbelstudie hen ook veel leert over andere culturen, armoedebestrijding en zaken rond gedrag en houding. Wij leren hen letterlijk ‘op de handen te gaan zitten’, het werk niet van mensen over te nemen maar hen te stimuleren het zelf te doen”. Hij vult nog aan met, “binnen het zendingswerk leggen wij altijd de focus op de driehoek van leven. Wij zorgen voor eten, water en gezondheid”.

Spontaan vertelt Wim dat hij nooit gedacht had dat hij ooit voor een zendingstaak geroepen zou worden. “Ik was maar een gewone technicus, een veredelde fietsenmaker. Ik had altijd het idee dat er in de zending alleen plek was voor afgestuurde mensen, zoals dominees bijvoorbeeld”. Hij glimlacht als hij zegt, “ik voel mij op mijn plek en ik kan in mijn werk mijn technische kennis en ervaring heel mooi verbinden met het brengen van het evangelie”. Dan verwijst hij naar hun website  www.wim-nienke.nl waar zo duidelijk staat wat zij doen:

‘Evangelie delen is wat we doen, ontwikkelingswerk is hoe we het doen. In de persoonlijke relaties die ontstaan tijdens een bezoek aan of werkzaamheden voor een gemeenschap willen we elke kans aangrijpen om het goede nieuws te vertellen’. Ons gesprek ontkomt uiteindelijk niet aan de actualiteit rondom corona. Eerlijk en openhartig vertelt hij over de ervaringen van de laatste maanden. “Teruggeworpen voelden wij ons toen in de lente het hier in Spanje plots drie maanden volledig op slot ging. De training werd stopgezet en onze wereld werd ineens een stuk kleiner”, vertelt hij. “Natuurlijk is er dan ons geloof, maar ondanks dat passeert ook de twijfel. Wij worden betaald uit giften en wij hebben de verantwoordelijkheid daar iets tegenover te stellen. Gelukkig weten wij dat er wordt voorzien. Inmiddels echter bieden de online contacten, vergaderingen en studiemomenten uitkomst. Die contacten brengen saamhorigheid en geven het geloof en vertrouwen dat wij het samen doen, samen in de naam van Jezus.        

En de bijdrage zoals opgenomen in Weekblad De Brug:

“Gezegend, dat zijn wij”

“Gezegend, dat zijn wij”, is het eerste wat Petra zegt. Haar man Ron knikt instemmend, zijn glimlach verraadt een man die gelukkig is. Ron en Petra van Aalst emigreerden begin 2019 samen met hun kinderen Jesse en Benjamin naar Oostenrijk. Zij runnen daar nu met veel enthousiasme ‘Herberg Zirbe’ in de plaats Matrei (Oost-Tirol). 

De in Haarlem geboren en getogen Ron ontmoette in 2003 zijn grote liefde Petra. “Ik vertelde Petra meteen dat ik een levenswens had, ‘emigreren naar Canada’. Ik weet al vanaf mijn prille jeugd dat ruimte, bergen en ongerepte natuur helemaal op mijn lijf geschreven zijn”, zegt Ron. Petra lacht als zij aanvult, “en dat herkende ik, maar het idee huis en haard achter te moeten laten vloog mij aan”. 

Hun geloof, vertrouwen en liefde voor elkaar bracht hen na zorgvuldig zoeken en overwegen in Oostenrijk. “Daar vonden wij een omgeving vergelijkbaar met Canada”, vertelt Ron. “Oost-Tirol, waar wij nu leven, wordt ook wel ‘het dak van Oostenrijk’ genoemd. Het is hier niet zo toeristisch als in Tirol. Het ademt bij ons natuur, rust en gemoedelijkheid uit. Ja, je kunt het hier gerust Oostenrijk voor de Oostenrijkers noemen”. Petra vertelt verder, “wij willen onze gasten het gevoel geven dat zij thuiskomen. Zij moeten de drukte achter zich kunnen laten en op adem kunnen komen in een omgeving die het karakter van een herberg heeft. Onze ‘Herberg Zirbe’, kan je met recht een thuis in de bergen noemen”, vertelt zij enthousiast als zij nog toevoegt, “onze herberg heet ‘Zirbe’, wat alpenden betekent, een boom die veel voorkomt in Oostenrijk”.

Voor wat betreft hun contacten vertelt Petra, “hier in het dorp zijn de mensen gewend om op zichzelf te zijn. Wij hebben heel bewust, toen wij net gearriveerd waren, de mensen uitgenodigd om kennis met ons en onze herberg te maken”. Blij wordt zij dan als zij zegt, “en wij hebben in de stad Lienz een hele fijne kerkelijke gemeenschap gevonden. Wij hebben het met de mensen daar heel erg getroffen. Er was direct een klik, wij voelen de saamhorigheid en het is goed te weten dat wij op hen kunnen terugvallen”. 

“Hoe ziet jullie dag er eigenlijk uit?”, vraag ik hun. “Het is naast de rust die wij hier ervaren toch ook best hard werken”, vertelt Ron. “Ik sta om zes uur op en breng rond zeven uur de kinderen naar school om daarna het ontbijt voor de gasten klaar te maken. Naast het schoonmaken en het verzorgen van de kamers is er altijd wel wat te klussen of te repareren”. Petra vult aan als zij zegt, “en dan hebben wij ook nog plannen en ideeën zoals het aanbieden van een programma rond gezondheid in samenwerking met een coach. Onderwijl hebben wij ook het plan om voor onszelf nog wat meer woonruimte te creëren”. 

Tegen het einde van ons gesprek zegt Petra, “verwonderd zijn wij nog dagelijks over de natuur hier”. “Ja, verwonderd maar ook stil en dankbaar dat wij hier mogen leven en wonen. Dat wij en onze gasten dagelijks mogen genieten van deze schoonheid”. Die verwondering proef en voel ik ook als ik later die avond de prachtige foto´s van de omgeving op de website van hun herberg zie, www.herbergzirbe.nl. Ron en Petra hebben niets te veel gezegd…en aan de lezer, ervaar het zelf maar!