“Trude kleurt haar buurt“

Vandaag bracht ik een bezoek aan Trude Euser van de Warmoeziershof. Ik trof haar aan in de tuin met haar man Bart, het was juist de dag waarop zij 15 jaar getrouwd waren. De reden van mijn komst was een andere. Trude heeft beeldende vorming gestudeerd aan de Willem de Kooning Academieen is sinds 3 jaar werkzaam als docente op het Wartburg College Swaef in Rotterdam.

“En toen brak de coronatijd aan“, begint Trude direct haar verhaal. “Hoe houd ik mijn studenten geïnteresseerd was de vraag die bij mij opkwam. Welke opdrachten geef ik hen en vooral wat kunnen zij heel praktisch in hun thuisomgeving doen“. Er verschijnt een glimlach op haar gezicht als zij een uitstapje maakt naar straatkunst die haar bijzondere interesse heeft.

“Ik ben gek op kunstuitingen in de openbare ruimte, kunst die iets toevoegt aan de omgeving, de buurt, de stad. Kunst op muren, straten en pleinen. Straatkunst is een hele pure en positieve kunstvorm“, gaat zij enthousiast verder. “Straatkunst brengt leven in een buurt, er wordt over gesproken en het brengt mensen in contact met elkaar. Nou, en toen moest ik plots aan mijn studenten denken en de opdracht die ik ze zou geven“.

Trude is vervolgens bij haar om de hoek `zomaar` aan de slag gegaan. “Ik vond dat ik mijn studenten warm moest maken voor straatkunst en een goede docente doet het dan eerst even voor“, glimlacht zij. “Ik ben hier op de schutting in ons hofje begonnen met twee ijsvogeltjes al snel gevolgd door een pimpelmees. Ik was verrast door de spontane reacties van de mensen uit de buurt, mensen die je niet of zelden spreekt“. Ingetogen vertelt zij dat zij niet graag op de voorgrond staat, “laat mij maar gewoon mijn gang gaan, ik hoef niet in de schijnwerpers. Ik kreeg al verzoekjes als, graag een ekster op mijn garagedeur“, zegt Trude. “Maar nee, het is echt een spontane actie voor mijn studenten dus het moet niet uit de hand gaan lopen“. Of toch, “deze tekeningen hebben wel iets bij mij losgemaakt“, gaat zij verder “binnenkort ga ik namelijk een professionele cursus volgen rond straatkunst en ik leer ook met andere materialen werken“.

Dat brengt ons gesprek op hoe zij haar tekeningen maakt. “De tekeningen zijn gemaakt van krijt, zij maken niets kapot en spoelen weg als het goed regent“, vertelt Trude. “De tekeningen zijn er dus maar tijdelijk en ik proef hier in de buurt dat mensen er blij van worden“. Gepassioneerd zegt zij, “het verbindt mensen met elkaar en het geeft vrolijkheid. Een mevrouw hier uit de buurt was aanvankelijk terughoudend, maar de zwanenfamilie die ik voor haar getekend heb heeft haar hart gestolen“.

“En waarom vogels eigenlijk?“, vraag ik haar tenslotte. “Vogels zijn zo heerlijk puur en vrij, ik geniet van hun gezang en hun kleuren. Het is ook door de grote van mijn tekeningen dat ik mensen bewust wil maken hoe mooi zo´n vogeltje wel niet is“. Tenslotte sluit zij af met, “mijn inspiratie haal ik uit hoe wonderlijk mooi ik de schepping vind. Als ik ´s ochtends wandel in het Sandelingenpark zie ik het licht en de kleuren die iedere dag weer anders zijn…….prachtig!“.     

Kijk eens op de website van Trude www.gekleurd.com en vertel haar wat je van haar werk vindt.

Fietsen voor het hartekind

Een hartekind zal menig lezer zich direct afvragen, wie wordt daarmee bedoeld?

Een hartekind staat voor een kind met een aangeboren hartafwijking. En dat fietsen dan…?

Edwin en Arthur den Hollander zijn de fietsers die binnenkort als `vliegende Hollanders` hun kilometers fietsen voor de Stichting Hartekind. Deze stichting is het enige goede doel in Nederland dat zich uitsluitend inzet voor wetenschappelijk onderzoek naar aangeboren hartafwijkingen bij kinderen. Ik ontmoet Edwin en Arthur, de zoon van Edwin, bij hen thuis.

Edwin is zelf een hartekind. Als middelste uit een gezin met vijf zonen werd hij 44 jaar geleden met een hartafwijking geboren. Openhartig vertelt hij wat het betekent om een hartekind te zijn.

“In mijn eerste twee levensjaren heb ik tweemaal een openhartoperatie ondergaan. Ik heb een vernauwing waardoor er bij de hartklep een lekkage ontstaat en mijn hart harder zijn best moet doen“, legt hij uit. “Tot mijn dertiende levensjaar was ik altijd veel sneller moe dan andere kinderen. Het voelde voor mij als een beperking, ik kon dan wel mee met de anderen maar ik bereikte sneller mijn grens. Op mijn dertiende heb ik donorhartkleppen gekregen van een volwassen persoon, er was bij mij immers al sprake van een zogenaamd sporthart, eenvoudigweg omdat mijn hart harder moest werken. Ik zie nog de schrik in de ogen van mijn moeder toen ik een paar weken na de operatie vanuit Zwijndrecht zomaar op en neer naar Rotterdam gefietst was…“.

En hoe sta jij in het leven vraag ik hem. “Ik draai eigenlijk in alles mee“, zegt hij positief. “Ik sta er niet iedere dag bij stil hartpatiënt te zijn. In mijn dagelijks leven ben ik altijd open en eerlijk geweest over mijn situatie, ik hoef mij niet te schamen…voor niets.

Ik kan mij de beschermende en soms wat angstige houding van mensen overigens wel voorstellen, maar een kind, een mens wil tenslotte leven niet waar?!“ Hij vertelt dat er hartpatiënten zijn die het veel zwaarder hebben dan hijzelf. Hij prijst zich gelukkig al dertig jaar `plezier` te hebben van de donorhartkleppen. “Ik ben sportief en van huis uit een schaatser“, gaat hij verder. “Ik vind het heerlijk op de Weissensee te schaatsen“, glimlacht hij. “Twee jaar geleden is het fietsen erbij gekomen, nadat mijn zoon een racefiets gekocht had. Hij heeft mij aangestoken. Zo fietsen wij samen op de 27ste juni en de 4de juli onze sponsortocht voor het hartekind“.    

Arthur onderbreekt en zegt, “ja, ik heb eigenlijk een hele normale, gewone vader“. Op mijn vraag waarom hij meedoet zegt hij, “je bent dan met zijn tweeën, het is fijn om het samen te doen“. 

Thuis laat ik de ontmoeting bezinken en bekijk ik nog de video van de Stichting Hartekind  www.hartekindride.nl/hartekind. Ik word stil als ik een kind hoor vertellen “Ik ben acht jaar en ik ben al acht keer geopereerd“ en een moeder hoor zeggen “ik ben als moeder nog steeds heel erg bang dat mijn kind doodgaat“.

In Nederland leven meer dan 25.000 hartekinderen en om de dag overlijdt er één kind aan een hartafwijking. Dit is een onvoorstelbaar drama voor hen, hun ouders, broertjes, zusjes, opa´s en oma´s en hun omgeving.                                

Erger je niet, verwonder je slechts

Ik kreeg het vrijdag jl. op mijn hart richting Ambacht te gaan. Energiek wandelde ik naar de bushalte om uiteindelijk bij de Weteringsingel uit te stappen. Ik liep de Warmoeziershof in en keek bij diverse woningen nieuwsgierig naar binnen, op zoek naar beweging…op zoek naar een gesprek. Ik werd op mijn wenken bediend toen ik in een huiskamer een stel zag genieten van de koffie. Ik belde aan en werd door Rien welkom geheten. “Maar natuurlijk kunnen wij even praten”, zei hij ontspannen. Hij stelde mij voor aan zijn vrouw Rita.

 “Het is hier goed wonen met vrij zicht en lieve, leuke buren”, opende Rien ons gesprek. “Ja”, vulde Rita aan “wij wonen hier al vele jaren en hebben heel wat meegemaakt in ons buurtje. Wij noemen het hier ‘het hofje’. Komen er nieuwe buren dan doe ik altijd een kaartje in de bus om ze te verwelkomen”. Rita vertelt hoe belangrijk zij en haar man het vinden om er voor de buren te kunnen zijn. “Zonder elkaar te overlopen moeten de buren weten dat, mocht het nodig zijn, zij op ons kunnen rekenen. En wij op hen”, ging zij verder.

Terwijl zij mij nu ernstig aankeek zei ze “Ik zal je een mooi staaltje burenhulp vertellen, van wat ons vorig jaar gebeurde. Rien werd plots niet goed, hij ging hier in september zomaar onderuit. Naar later bleek had hij een herseninfarct. Ik raakte niet in paniek, ik moest alleen maar denken wie zou mij kunnen helpen? Onze buren natuurlijk, beiden HBO-verpleegkundigen. Zij moesten ons kunnen helpen”. Rita vertelt vol enthousiasme hoe de buurman haar en Rien geholpen heeft. Zij kon alles regelen en de buurman verzorgde Rien. Dankbaar zegt zij “Het is zo waar, beter een goede buur dan een verre vriend”.

Rien vertelt dat ook zij er voor diverse buren konden en kunnen zijn. “Wij zijn mantelzorger geweest, zien om naar mensen die zich eenzaam voelen en wij ondersteunen desnoods bij het vinden van een baan”. “Maar het is ook leuk om even te proeven van de hapjes van de nieuwe Turkse buurvouw aan de overkant”, vult Rita lachend aan. Gezamenlijk komen zij tot de slotsom, stel jezelf open en biedt jezelf aan. Vraag nooit iets terug, maar laat voelen dat je er bent indien nodig. 

Rita vertelt verder over haar familie, hoe haar vader op 41-jarige leeftijd overleed. Zij was net dertien. “Je had niks te willen, je had immers geen vader meer en het gezin moest draaiende blijven”. Als zij het dan wel eens lastig had zei haar moeder altijd “erger je niet, verwonder je slechts”. Haar moeder is hertrouwt met de broer van haar overleden man. Beiden mochten zij nog 91 jaar worden en haar moeder zwom nog tot haar 88-ste.

Rita en Rien hopen dit jaar 55 jaar getrouwd te zijn. “Praten met mekaar, omzien naar elkaar en af en toe de aardappelen schillen. Dan houdt je het lang met elkaar uit”, zegt Rien.

Wij wandelen samen na een kleine anderhalf uur naar de voordeur. “En wij doen ook nog aan langlaufen”, zegt Rita enthousiast als zij wijst op de foto’s op het prikbord bij de kapstok. Het is daar waar ik mijn elfje plak….

Schattig

Lieve mensen

Uit het leven

Met raad en daad

Liefde

De coronacrisis “Zij komt als een dief in de nacht”

Een bijzonder gesprek had ik deze week met schriiver Gerhard Hormann naar aanleiding van zijn onlangs uitgebrachte boek Eindelijk hypotheekvrij! Een gesprek dat helemaal raakt aan de actualiteit rond het coronavirus.

“Het is zo surrealistisch” opent Gerhard ons gesprek, “juist nu ik mijn boek heb uitgebracht, breekt er een nieuwe crisis uit. Een crisis die zijn weerga niet kent en van een geheel andere orde is dan de kredietcrisis”, gaat hij verder. Hij verwijst naar de tekst in de rode button op de voorkant van zijn boek ‘klaar voor de volgende crisis’. In zijn boek geeft hij woorden aan zo´n volgende crisis, het kan zomaar een pandemie door een longvirus zijn of een faillissement van Italie of Griekenland. 

Gerhard neemt mij mee in wat hem overkomen is, “rond november vorig jaar liep ik in de supermarkt toen bij mij de gedachte kwam, eerdaags is dit voorbij. In een fractie van een seconde voelde ik dat ik in actie moest komen. “Uit de aandelen”, was hardop de roep in mij. Ik heb er diezelfde week nog werk van gemaakt. Mijn gevoel zei, zet je schrap er komt een crisis aan die je niet kan bevatten!”

In Eindelijk hypotheekvrij!, inmiddels zijn zeventiende boek, maakt Gerhard de balans op van een periode waarin hij en zijn gezin heel bewust kozen voor een hypotheekvrij leven. Aanleiding voor die keuze was het uitbreken van de kredietcrisis in 2008. De focus kwam te liggen op het aflossen van de hypotheek, waarin zich als gevolg daarvan binnen zijn gezin een heel andere manier van leven ontwikkelde. Een leven met weliswaar minder besteedbaar geld, maar met veel meer vrijheid, keuzevrijheid, verminderde stress en groepsdruk. Eindelijk hypotheekvrij!, is een terugblik maar juist ook een boek dat voorspelend vooruit kijkt!

Na elfeneenhalf jaar was het gelukt, de hypotheek was afgelost. Gerhard was de kredietcrisis te lijf gegaan. Hij had deze draak, zoals hij de kredietcrisis noemt, afgelegd. Hij had de draak gedood! Maar  met de crisissen zou het niet gedaan zijn. “Een volgende crisis zou komen als een dief in de nacht, een crisis die komt op kousenvoeten ” gaat hij in alle ernst verder. Slechts even hebben wij kunnen genieten van het ‘hypotheekvrije moment’, van het achterlaten van een gedode draak, en er tekent zich nu iets ongrijpbaars af. De coronacrisis geeft mij het gevoel in de rug te worden aangevallen. En dat alles heb ik in mijn boek voorzegt…….” Hij laat een stilte vallen.      

“Klaar ben ik dus voor een nieuwe strijd, tegen een nieuwe crisis maar met een positieve grondhouding. De oermens staat in mij op want ik weet, ook hier kom ik weer doorheen”. Strijdbaar en gemotiveerd geeft Gerhard aan dat de coronacrisis ook een enorme kans is, “als wij als mensen het met onze wereld willen uithouden dan moeten wij minder reizen, minder mobiel zijn, ontspullen en minimaliseren. Dit proces, met ook meer aandacht en tijd voor de ander, lijkt gek genoeg juist op gang gebracht door de crisis rond het coronavirus”. Hij lacht en zegt “mijn moeder van 84 had ik al een tijd niet gesproken maar ineens is er, uit zorg voor haar, bij mij alle aanleiding veel meer contact met haar te hebben.       

“En zo neem ik op de koop toe dat het moment van het verschijnen van mijn boek op zijn minst ongelukkig is, immers stel je toch voor dat straks als gevolg van de crisis alle boekwinkels een tijdlang moeten sluiten. En ja, dat feestje met de al ingekochte wijn en hapjes dat is nu op de lange baan geschoven”. Berustend knippert hij met zijn ogen……

Gerhard Hormann, alles lezend journalist, politicoloog, stronteigenwijs maar boven al romanschrijver die vooruitdenkend van iedere gebeurtenis een pacht verhaal maakt!