Ruimte om te leven!

Als ik zaterdagochtend via Skype contact leg met Vera Mars lijkt het bij de ‘eerste’ goedemiddag wel of zij naast mij zit. Vera Mars geboren en getogen in Zwijndrecht woont alweer sinds 2007 met haar partner Bert in North West Australië. “Waar ben je Vera?”, vraag ik haar. “Op dit moment zijn wij in Karratha, zo´n vijftienhonderd kilometer ten noorden van Perth. Karratha heeft een zeer grote haven voor de overslag van bulkgoederen, met name ijzererts”, gaat zij verder. 

Vera stelt voor om haar verhaal in 2005 te beginnen. Toen vatte zij en Bert serieus het plan op om naar Australië te emigreren. “Wij hadden daar al diverse duikvakanties gemaakt en telkens weer genoten wij van het klimaat, de natuur en de ruimte. Het heeft uiteindelijk twee jaar geduurd alvorens wij ons visum kregen. Natuurlijk waren er heel wat mensen nieuwsgierig of het ons ging lukken”, gaat zij verder, “en óók of wij ons al ingeschreven hadden voor het programma ‘Ik vertrek’. Dan vertelde ik steevast dat wij helemaal geen leuk stel zijn voor dat programma, immers wij zijn veel te goed voorbereid”. Zij lacht en zegt, “Je moet eraan toe zijn en klaar zijn om zo′n stap te zetten”.

Zij woonden eerst bij mensen op kamers om in Perth uit te zoeken waar het prettig wonen was, zich te oriënteren op werk en de gewoontes eigen te maken. “Perth is het best bewaarde geheim op aarde”, vertelt Vera enthousiast, “wat een heerlijke stad. Veel cultuur en events, veel parken met haar gratis barbecues en op het strand altijd een plekje! Nee, hier missen wij niets behalve onze familie en vrienden in Nederland en natuurlijk de boeren belegen kaas. Ik denk dat als wij in Nederland gebleven waren wij minder gezond geweest zouden zijn”, gaat zij verder. “Wij leven hier zo relaxt. In Nederland moet je zoveel. Alles moet weken voorruit gepland worden met vaak weinig tijd voor vrienden en familie”. Dan zegt zij, “We hebben beide onze carrière stapsgewijs afgebouwd. Onze vrije tijd vullen wij nu in met het doen van leuke dingen en vrijwilligerswerk, denk bijvoorbeeld aan assistentie bij rampen en vermissingen maar ook aan het tijdelijk opvangen van honden”.

“En wat zijn jullie plannen?”, vraag ik haar. Vera vertelt dat zij de huur per één maart hebben opgezegd en op dit moment een ‘roadtrip to nowhere’ maken. “Wij weten dat het heel on-Nederlands is, maar een paar maanden geleden hebben wij onze spullen verkocht. Nu is de kampeertrailer ons huis geworden en zien wij wel wat er op ons pad komt. Zo trekken wij tot november door North West Australië en doen wij van alles en nog wat. De laatste maand bijvoorbeeld hebben Bert en ik op een schapenboerderij gewerkt als vrijwilliger. Ik heb heel erg genoten van de kleine lammetjes. De komende twee weken passen wij op een huis met een paar honden hier in Karratha. ‘House sitting’ heet dat, het is hier nogal populair”. Blij vertelt zij vervolgens dat zij zich verheugd op wat nog komen gaat, “wij gaan de Gibb River Road rijden, een traject van 660 kilometer”.  

Tenslotte geeft ze als motto voor de lezer mee, “Er zijn vaak duizend redenen om iets niet te doen en er is maar één reden het wel te doen. Gun jezelf dat laatste en neem de ruimte om te leven!” 

En de bijdrage zoals opgenomen in Weekblad De Brug:

Ik leef mijn droom

“Bij jullie in Ambacht heet ik Ali Kreuk, hier in Tasmanië ga ik als Alison Heathorn door het leven”, het is de start van een gesprek met een vrouw die aan de andere kant van de wereld haar bestemming vond. Alison beschrijft zichzelf als een persoon met een enorme wil en een groot doorzettingsvermogen, “mijn leven kent een paar bijzondere momenten die bepalend waren voor hoe het allemaal zo is gelopen”. Als kind uit een gezin van zeven, geboren aan de Onderdijkse Rijweg 94, ging haar voorliefde al vroeg uit naar de boerderij.  “Je wordt als boerin geboren, dat geloof ik zeker”, zegt zij stellig, “de boerderij betekent voor mij ruimte, vrijheid en liefde voor dieren, speciaal koeien. Ik begreep als klein kind niet dat ik al wandelend over Halfweg en Guldenweg het bouwland en de koeien zag verdwijnen. Het was dan ook niet zomaar dat ik rond mijn achtste jaar droomde naar Australië te zullen gaan. Het kon ook haast niet anders want ik vond als kind dat ze ons dorp hadden verwoest”.    

Enthousiast vertelt zij verder, “ofschoon ik net als mijn vader heel leergierig ben wilde het op school niet lukken. Ik denk trouwens dat ik dat vrije van hem heb, immers hij was een kind van binnenvaartschippers. Op 4 januari 1972 kwam voor mij het moment mijn droom langzaam vorm en inhoud te geven door eerst naar Engeland te gaan. Ik vond het belangrijk Engels te leren, vertelt zij verder, “en daarbij wilde ik ook ontdekken hoe het was om als jonge vrouw voor het eerst van huis weg te zijn”. Alison ervoer in Engeland en Wales het boerenleven. Het betekende de voorbereiding voor de grote sprong van emigratie.

Het politieke klimaat in Australië destijds was nog niet rijp om Alison als emigrant te ontvangen.  “Nee, ik startte in Nieuw-Zeeland” vertelt Alison. “Ik kon beginnen als ‘herdtester’ wat betekende dat ik dagelijks op pad was boerenbedrijven te bezoeken om melkmonsters af te nemen. Echter mijn droom liet mij niet los en na twee jaar zei ik mijn werk vaarwel om al liftend Australië te ontdekken. “Ik werd zoals wij dat hier noemen een ‘WWoofer’, het betekent zoveel als dat je onderweg voor je kost en inwoning werkt op een landbouwbedrijf. Zo′n leven is mooi maar houdt je ook af van het idee je nog eens ergens te settelen”, gaat zij verder. “In de laatste weken, juist voor het aflopen van mijn reisvisum, besloot ik ook Tasmanië nog te bezoeken. In dat beetje tijd ontmoette ik mijn toekomstige man. Toen ik alweer van plan was door te reizen hield een dagenlange kolossale regenbui mij vast op de boerderij van zijn vader waar ik werkte. Zo hield op wonderlijke wijze niet alleen de regenbui maar ook de liefde mij vast. De liefde voor Brian, mijn man”.      

Daar in de uiterste noordwestpunt van Tasmanië ontdekte Alison niet alleen hoe mooi het land is en hoe vriendelijk de mensen zijn (“het is weids en groen, het lijkt wel een beetje op Ierland”), maar ze ontdekte ook haar eigen talenten en kwaliteiten. “Ik merkte steeds meer dat niet zozeer het praktische werk op de boerderij voor mij was weggelegd maar veel meer het runnen van het bedrijf op zich. Brian en ik vulden elkaar daarin prachtig aan. Hoogtepunt van onze carrière was dat wij voor Tasmanië in 1985 ‘boer van het jaar’ werden, werkelijk een kroon op ons werk”.

“Ik vind het prachtig in De Brug iets over mijn leven te mogen vertellen”, zegt zij ter afsluiting “en of mensen mij nog kennen van vroeger. Ik hou van mensen en ik wil graag weten hoe hun leven verlopen is”, om dan nog toe te voegen “vermeld rustig mijn emailadres: alisontassie@gmail.com”.

Als het op onze skype-lijn praktisch stil geworden is hoor ik haar plots zeggen, “ik wil aan iedereen nog meegeven, zorg dat je een doel in je leven hebt en volg daarbij je droom”.

En de bijdrage zoals opgenomen in Weekblad De Brug: