Het nieuwe zwembad zal de ogen doen knipperen

In 1965, aan het einde van zijn ambtstermijn, werd onder verantwoordelijkheid van toenmalig burgemeester Cornelis Slobbe het zwembad De Hoge Devel in gebruik genomen. Tot dan toe had menig Zwijndrechtenaar gezwommen aan de Ringdijk. Het zwembad daar liet zich vullen met water uit de Oude Maas en was geheel afhankelijk van eb en vloed.

“Kan je nagaan”, zegt Tycho Jansen, verantwoordelijk wethouder voor onder meer de accommodaties van de gemeente, “kan je nagaan welke ontwikkeling wij in een kleine halve eeuw met elkaar hebben doorgemaakt. Van het aanvankelijk zwemmen tussen de ratten naar het straks in optima forma al zwemmend recreëren”.

Nadat de gemeente Zwijndrecht op 18 januari jl. een Design & Build overeenkomst met Bouwbedrijf Pellikaan ondertekend had, besloot de gemeenteraad dinsdag jl. ook het kaderstellend ontwerp voor het nieuwe zwembad vast te stellen. “Wij zijn voortvarend in onze aanpak”, vertelt Tycho, medewerkers en gebruikers, samen met de architect en bouwer, kleuren op dit moment tot op het niveau van de deurkrukken en de stopcontacten het definitief ontwerp in. Dat is meteen leuk om te vermelden”, gaat hij verder, “het viel de architect op hoe uniek de samenwerking is met de gebruikers en verenigingen. Zwijndrecht kan bogen op een geweldig verenigingsleven dat zich altijd maatschappelijk betrokken heeft gevoeld. Ook nu blijkt weer hoe die betrokkenheid zich vertaalt naar een straks prachtig resultaat. En dat er een prachtig zwembad geopend zal worden maakt hij vervolgens opgetogen duidelijk. “Het geweldige acht banen wedstrijdbad, het instructiebad met haar volledig beweegbare bodem, de glijbaan en de whirlpool, het liegt er allemaal niet om. Bovendien hebben wij bewust gekozen voor een duurzaam en ‘slim’ zwembad”, gaat hij verder. “Naast dat het zuinig is met energie, bieden de ruimere baden de mogelijkheid om tegelijkertijd voor meerdere activiteiten gebruikt te kunnen worden. Zelfs bij een lockdown zijn wij in staat daar in de toekomst optimaal op in te spelen”, vertelt hij, “wij kunnen dan snel en rendabel met een klein team ook kleinere groepen ontvangen”.

“Al is er straks geen sprake meer van een buitenbad toch zal een bezoek aan het nieuwe zwembad met recht een beleving genoemd kunnen worden”, gaat Tycho verder. “Stel je maar voor hoe ideaal het is om op mooie zomerse dagen, na eerst binnen even gezwommen te hebben, direct de ligweide op te wandelen om daar al recreërend te genieten van het bad en van elkaar. De opengeschoven glazen wand zorgt voor een echte buitenbeleving en dat notabene midden in het Develpark. Ik zeg echt niks teveel als ik dit zwemmen in het park zou noemen”, besluit Tycho enthousiast.

Fietsend door datzelfde, inmiddels zestig jaar oude, Develpark fantaseer ik hoe deze zwembeleving hier ingepast zal worden. Het Develpark, ook wel bestempeld als een absoluut meesterwerk van de moderne landschapsarchitectuur, ontvangt haar nieuwe zwembad begin 2023. Een zwembad dat de ogen zal doen knipperen. Frank Holterhues en Pierre van Arkel, samen verantwoordelijk voor het beheer van het huidige bad, poseren nog eenmaal voor de camera. Het oude buitenbad fungeert als decor. “Dit gaat nooit meer open”, zegt Frank, “maar één ding is zeker, op deze plek verrijst iets moois”. Tenslotte nog een tip voor de buitenzwemmer, je kunt al vanaf 12 april as. in de Louwert terecht. Of vanaf de maand mei in het Waal en Weide bad van Heerjansdam natuurlijk.

Wat zijn wij er klaar mee!

Ambacht – Na vorige week een bezoek te hebben gebracht aan de winkeliers van Ambacht om te ervaren wat corona met hen en hun business doet, is het nu de beurt aan de horecaondernemers. Ik trok langs diverse restaurants om te zien en te horen hoe de vlag erbij hangt.

Nadat een nieuwsbericht binnenkwam dat de horeca een ongekend slecht jaar achter de rug heeft, reageert Bas Hilgers van restaurant Bas direct, “wat het zo moeilijk maakt is dat je continue wordt lamgelegd. Het zou ons al lucht geven als wij iets meer ruimte zouden krijgen om te ondernemen. Ik begrijp dat de situatie precair is en om maatregelen vraagt, maar het voortdurend uitstellen van het heropenen van ons restaurant doet je wegzakken. Ik heb echt het gevoel dat de rekening eenzijdig bij de ondernemers wordt gelegd”, vertelt hij. “Nogmaals begrijp mij goed, ik besef dat maatregelen nodig zijn, maar het moet ons uitzicht geven anders is het niet vol te houden”. Zijn vrouw Nikolina vult hem aan, “wij zijn een ‘fine dining’ restaurant met de mooiste producten, de heerlijkste gerechten en de mooiste wijnen. Onze gasten komen echt voor een avond uit, maar nu is het aanpassen. Naast dat men onze gerechten ook voor thuis kan bestellen, proberen wij met ons concept van ‘Friet & BBQ to go’ zichtbaar te zijn en omzet te genereren. Wat verlangen wij ernaar onze gasten snel weer terug te zien in ons restaurant”.

Ook Rob Daalhuizen van De Heeren van Ambacht geeft zijn visie op de ontwikkelingen, “wij horen heel weinig vanuit de overheid en er heerst een gevoel dat er geen perspectief is. Het zou fijn zijn als er op korte termijn een routekaart zou komen, zodat de horeca zich kan voorbereiden. Gaan wij geheel of gedeeltelijk open? En is dat op een vastgesteld moment of gefaseerd? Dat zijn vragen die leven bij de horecaondernemer”, vertelt Rob. “Ik vind wel dat als wij weer opengaan het klaar moet zijn met de maatregelen, zodat wij er weer voor jaren tegenaan kunnen”, gaat hij verder, “Ik kan je garanderen dat wij nu al veilig open kunnen. Wij hebben de ervaring, de knowhow en bovendien liggen de draaiboeken klaar”. Rob wijst er nog op dat hij deze periode gebruikt heeft om twee nieuwe restaurants neer te zetten. “Ik moet je zeggen dat wij daar de laatste tijd onze energie uit hebben gehaald. Wij hebben altijd het plan gehad De Heeren uit te breiden en dat kan nu. Twee Heeren worden straks vier Heeren met nieuwe locaties in Streefkerk en Groot-Ammers. Niet met je ziel onder je arm lopen, maar energie zoeken is het devies”.

Chandeni van Italiaans restaurant Bella Milano schets de situatie waar zij sinds een klein jaar in terechtgekomen is. “Ik vind dat er wat te laconiek gedaan wordt over de horecaondernemer, als zou het wel meevallen”, zegt zij, “wij zijn een restaurant en geen afhaalcentrum. Het hele gezin is op dit moment betrokken bij het draaiende houden van ons restaurant. Het zijn kostenoverwegingen, die ons daartoe noodzaken”, gaat zij verder. “Met man en macht werken wij als familie, samen met  onze kok en gastheer ‘oom Salvatore’, om ons mooie restaurant met die heerlijke gerechten overeind te houden”. Dan voegt zij nog toe, “onze gasten missen ons, de sfeer en de gezelligheid van ons restaurant is tenslotte uniek. Uitkijken en vertrouwen dat het spoedig weer anders wordt, daar houden wij ons bij Bella Milano aan vast”.

Wat zijn wij er klaar mee!

Zwijndrecht – Na vorige week een bezoek te hebben gebracht aan de winkeliers van Zwijndrecht om te ervaren wat corona met hen en hun business doet, is het nu de beurt aan de horecaondernemers. Ik trok naar het Veerplein om te zien en te horen hoe de vlag erbij hangt.

Zittend op een leeg terras doet Paul de Jong van eetcafé Florizz zijn verhaal. “Het feit dat wij nu al zoveel maanden dicht zijn maakt het met de dag zwaarder. Het ontbreekt volstrekt aan perspectief”, vertelt hij. “Er is geen stappenplan en er wordt eenzijdig gekeken naar wat niet mag in plaats van wat wel kan. Daarbij is er onvoldoende of geen houvast, zeker nu ook de compensatie vanuit de overheid voor gemaakte kosten langer uitblijft. Zestien weken moeten wachten op een financiële tegemoetkoming voor onze vaste lasten vind ik schandalig”. Met een zuinige lach vertelt hij dat de horeca al bewezen heeft veilig  en betrouwbaar te zijn als zij de deuren opent. “Kijk hoe zorgvuldig de maatregelen zijn die wij genomen hebben. Toen wij nog open waren was er geen enkele gast of medewerker, die ons teruggekoppeld heeft corona te hebben opgelopen en ziek te zijn geworden. Ik stel mij dus wel de vraag waarom wij als horeca achteraankomen bij het versoepelen van de maatregelen. Dat laatste valt voor mij niet meer uit te leggen”, vertelt hij, “ik zou willen dat wij veel meer betrokken zouden worden bij het zoeken naar oplossingen. Wij zijn met ons terras een veilig en verantwoord alternatief voor mensen die nu parken opzoeken om daar, dicht op elkaar, wat te eten en te drinken”. Dan schets hij nog kort het effect van de hele situatie, “het is een kwestie van uitzingen en voor velen betekent dat geen salaris opnemen, extra leningen aanvragen of de hypotheek verhogen. Ik heb zelf bijvoorbeeld de voorraden al tweemaal afgeschreven en dat is triest. Ik hou de steun van mijn klanten en mijn personeel voor ogen, daar ben ik ongelooflijk dankbaar voor”.

Ook volgens Manuel Moolenaar van restaurant Parmesan ontbreekt het binnen het beleid van de overheid aan toekomstvisie en aan een werkelijk perspectief voor de horeca. “De voorzieningen die het laatste jaar getroffen zijn, zijn verre van toereikend”, vertelt hij. “Zelf draai ik nog een redelijke omzet, maar veel van mijn collega’s functioneren al onder het niveau om echt staande te blijven. De overheid zou veel meer per sector moeten kijken naar wat mogelijk is. Deze situatie vraagt immers om maatwerk. Ik zou willen dat men ons meer betrekt bij het opstellen van de maatregelen en dat er meer gekeken wordt naar wat haalbaar is. Ik wil zo gauw mogelijk weer doen waar ik voor opgeleid ben”, zegt hij als afsluiting, “mijn gasten in mijn restaurant amuseren en een mooie avond bezorgen”.

Ben Gramberg van restaurant ZOHEJ! is duidelijk, “vanaf het allereerste begin heb ik gezegd dat als de horecabranche zich moet opofferen voor de gezondheid van Nederland zij dat best wil, maar dan met compensatie van 100% van haar kosten. Nu dat niet gebeurt, zie je dat bij veel van onze ondernemers hun reserves opraken. Moeten wij open”, gaat hij verder, “ja, en dat liefst zo snel mogelijk, maar wel als het kan. Ik begrijp de positie van de regering, als zij de gezondheid van ons allen wil waarborgen. Ik begrijp ook de ondernemers, die het water aan de lippen staat. Dit moet niet nog eens maanden gaan duren, zeg ik je. Laten wij samen optrekken en laat de regering zich richting ons meer aan de afspraken houden”.

Patrick Kars van Veerplein Food & Fondue is er klaar mee. “Veel bedrijven, ook in de detailhandel, mogen alweer het nodige, maar de horeca mag nog niets. Het is te vroeg om te spreken van enig perspectief. Ik verwacht dat wij pas na Koningsdag weer open mogen”.

Het is knokken om de zaak overeind te houden

Ambacht – Nu corona zo hard ingrijpt in het leven van mensen en in het reilen en zeilen van de samenleving zijn het ook de winkeliers die volop tegenwind ervaren. Hoe gaan zij daarmee om en wat houdt hen staande? In winkelcentrum De Schoof ging ik het hen vragen.

Britt Stoopman van de gelijknamige juwelier legt het nog maar eens uit, “nee, Click & Collect heeft ons niet geholpen, dat is ook niet verwonderlijk”, gaat zij verder, “wij verkopen een typisch emotieproduct vaak verbonden met een speciaal moment of gelegenheid. Onze klanten willen onze producten zien, passen en ervaren. Fijn is het dat wij open zijn voor service en reparatie, maar voor de ‘echte’ verkoop gaan wij nu veel naar onze klanten toe. Wij bieden ook een trouwringen service aan bij de klant thuis. Automatisch dwingt deze tijd ons te focussen op nieuwe dingen en heeft onze webshop alle aandacht. Ik hoop persoonlijk dat het spoedig beter wordt, want vergeet niet dat ik naast de zaak ook ons gezin draaiende houd. Het is voor ons en onze kinderen een heel intensieve tijd”.

Diezelfde beleving is er ook bij Aletta van kinderwinkel Groots&kleintje. “Het is echt heftig, ik werk al weken van ’s ochtends zes tot ’s avonds negen. Mijn winkel is een magazijn geworden. Ik benader mijn klanten via Facebook, Instagram en WhatsApp. Mensen sturen berichtjes naar aanleiding van foto’s die ik plaats en ik ga daar vervolgens weer mee aan de slag. Het contact met de klant en het verkopen van mijn artikelen is veel intensiever geworden. Toen de lockdown van kracht werd dacht ik echt te kunnen laten zien hoe creatief ik wel niet ben. Ik heb het geweten. Ik heb geluk dat er altijd kinderen geboren zullen worden en dat ik zulke loyale klanten heb. Ja, ze gunnen het mij!”

Voor Danny Buis van kledingwinkel Shoeby is het niet anders. “Ik gebruik de social media zoveel mogelijk voor de verkoop van mijn kleding. Daarnaast zoek ik het contact met mijn klanten door hen persoonlijk te benaderen. De klant maakt zelf thuis een keus uit kleding die ik bij hem of haar langsbreng. Het is veel moeite, maar ik doe het voor mijn klanten en het levert mij enig resultaat op”.

“Ik werk dag en nacht”, zegt Barbara van de Jewelstore. “Wij doen heel veel met social media. Wij plaatsen foto’s van al onze artikelen en bieden die passend aan. Ons concept en de kracht van Jewelstore is dat wij onze klant van top tot teen aankleden. Wij stellen setjes samen die wij vervolgens bij de klant thuis afleveren. Sta je voor onze etalage en zie je iets leuks, bel dan ons telefoonnummer en wij bedienen je ter plekke via Facetime”. Tenslotte zegt zij, “ik ben zo blij met mijn dochter, zij is geweldig. Zij bezorgt al onze bestellingen!”

Als ik langs de Délifrance wandel vertelt Moos mij dat zij het druk heeft, “onze bestelsite en de thuisbezorging is volop in bedrijf en toch wordt het tijd dat ik mijn gasten hierbinnen weer ontvangen kan. Het kopje koffie uit onze take away zal er, tot dat moment aanbreekt, niet minder door smaken”.

Om André Flach (wethouder voor o.a. Financiën en Economie) kunnen wij in dit artikel niet heen. Hij geeft kort zijn reactie. “Ik ben begaan met onze winkeliers, die hun uiterste best doen overeind te blijven”, zegt hij. “Ik weet dat er regelingen zijn die ondersteuning moeten bieden, maar als je startend ondernemer bent en nog weinig vet op de botten hebt dan is het hard en moeilijk. Dat besef ik terdege. Ik pleit voor de mogelijkheid van winkelen op afspraak en ondertussen kan ik niet anders dan onze inwoners vragen onze lokale winkeliers te blijven steunen. Koop royaal en koop lokaal!”

Het is knokken om de zaak overeind te houden

Zwijndrecht – Nu corona zo hard ingrijpt in het leven van mensen en in het reilen en zeilen van de samenleving zijn het ook de winkeliers die volop tegenwind ervaren. Hoe gaan zij daarmee om en wat houdt hen staande? In winkelcentrum Walburg ging ik het hen vragen.

“Ongekend hoeveel klanten wij te verwerken kregen kort voordat bekend werd dat wij op 15 december jl. in lockdown gingen”, vertelt Peter Sassen van boekhandel Hyperion. “Ongekend was ook het gemis aan omzet voor de periode die volgde”, gaat hij verder. “Ik zeg je eerlijk, wij spreken volop onze reserves aan, want de gederfde inkomsten zijn groot. Neem alleen al de kerstomzet, die wij grotendeels gemist hebben”. Toch geeft hij ook een ander geluid af, “wat ik mooi vind is dat onze vaste klanten ons trouw blijven en dat Walburg als winkelcentrum met veel zelfstandige ondernemers kracht en rek vertoont. Wij kunnen hier wat hebben”. Zijn collega Edwin roemt de gunfactor die zij ervaren, “het zijn vooral ook de jongeren die ons met hun aankopen blijven steunen. Daarnaast zie ik dat het bezorgen en afhalen toch redelijk doorgaat. Onze service en expertise helpen daarbij”.

Robin Groenendijk van kledingwinkel Stones is reëel zonder negatief te willen zijn. “Natuurlijk is het lastig. Kijk alleen maar naar mijn wintervoorraad, die ik graag in de winkel aan mijn klanten zou willen tonen. Men wil kijken, voelen en passen en dat kan nu niet. Daar helpt ook een Click & Collect niets bij”, gaat hij verder. “Ik ben nu vooral heel druk met het persoonlijk benaderen van mijn klanten en het klaarmaken en afleveren van bestellingen bij mensen thuis”.

Hetzelfde geluid klinkt bij modezaak Walter de Lange. “Naast Click & Collect heb ik veel meer de zogenaamde ingeplande klanten. Ik bezoek veel van hen thuis of op hun werk”, vertelt Walter. “Ook ik had graag meer omzet gehad uit mijn wintervoorraad en dat doet pijn, maar toch ben ik blij dat mijn klanten mij weten te vinden”, zegt hij met een glimlach.

In de in november geopende lunchroom De Kantine hangt een positieve sfeer. Ik heb mijn focus op waar ik het voor doe, mijn gasten en een goed product. Ik kijk uit naar het moment dat wij weer volledig open kunnen, aldus de eigenaar. Remon de Zeeuw van lunchroom Grand Bras denkt daar niet anders over. Met 150 zitplaatsen in het hart van winkelcentrum Walburg is het voor hem en zijn medewerkers roeien met de riemen die hij heeft. “Vergeet niet dat veel van onze klanten tijdens het boodschappen doen even een kopje koffie of een drankje bij ons nemen. Die aanloop hebben wij nu niet. Met recht”, gaat hij verder, “met recht kun je zeggen dat het voelt alsof de ziel uit het winkelcentrum verdwenen is. Doorbijten, maximaal inzetten op afhalen en bezorgen veel meer kunnen wij niet doen”. Tenslotte ontmoet ik Rick van der Weijden van de Hema Walburg. “Wij hadden een tegenvaller in december toen wij toch niet tot de essentiële winkels werden gerekend. Het betekende onder andere iets voor onze gebakomzet. Inmiddels hebben wij dat prachtig opgelost met onze gebaksaanbiedingen via internet. Ik heb deze coronatijd aangegrepen om veel ruimte te maken voor trainingen en creativiteit. Onze medewerkers maken bijvoorbeeld hele leuke TikTok filmpjes. Samen met onze producten staan zij daarin centraal. Het is bij uitstek een tijd om gebruik te maken van de omstandigheden en te kijken naar dat wat er wel is. Ik ben blij met de ondersteuning van de overheid en de rest doen wij samen met onze klanten”.

Tycho Jansen (wethouder voor o.a. economische zaken) reageert, “Ik leef mee met de ondernemers en winkeliers, die het zwaar hebben in deze lastig tijd. De gemeente Zwijndrecht is bewust van het belang dat haar inwoners de lokale middenstand steunen. De lokale winkels zijn het kloppend hart van de gemeente. Ofschoon de maatregelen en ondersteuning rijksbreed worden ingezet, blijf ik voorstander van maatwerk op lokaal niveau. Ik blijf mij daarvoor inzetten”.

Click & Collect druppel op

Zwijndrecht / Ambacht – Vanaf woensdag 10 februari a.s. zal het mogelijk worden om bij niet-essentiële winkels (denk bijvoorbeeld aan kledingzaken en kappers) producten te bestellen en af te halen. Aan dit zogenaamde ‘Click & Collect’ zijn wel voorwaarden verbonden, de overheid denkt niettemin dat het de winkeliers weer wat meer perspectief zal bieden. Maar is dat ook zo? De voorzitters van de winkeliersverenigingen De Schoof en Walburg, Wim Bergsen en Robbert Stoopman, spreken zich uit en geven hun stand van zaken.

“Vooropgesteld de maatregelen”, zegt Wim Bergsen, “wij begrijpen heel goed dat de overheid inzet op het beperken van bewegingen en contacten om het coronavirus terug te dringen. Wij snappen ook dat van winkeliers en winkelend publiek daarin verantwoordelijkheid gevraagd wordt. Toch zoeken wij als winkeliers en horeca naar een stip op de horizon, een punt waarbij wij deze crisis achter ons kunnen laten. Uiteindelijk willen wij op korte termijn maar één ding, het allerliefst gewoon weer open”, gaat hij verder, “wij kunnen onze klanten veilig en conform de COVID-19 richtlijnen ontvangen, dit hebben wij al eerder bewezen. Eerlijk gezegd zien wij ‘Click & Collect’ dan ook als een druppel op een gloeiende plaat”.

Robbert Stoopman verduidelijkt als hij zegt dat de afgekondigde versoepeling met een mogelijkheid van ‘Click & Collect’ de nodige vragen bij de winkeliers heeft opgeroepen. “Neem bijvoorbeeld de vier uur tussen het moment van bestellen en ophalen. Dat is voor kleine ondernemers digitaal niet uit te voeren zeker als de bestelling in de avond geplaatst wordt”, vertelt hij, “of wat te denken van het tijdslot bij afhalen, is dat een kwartier of een minuut? En kan er naast contactloos betalen ook contant betaald worden? Het zijn vragen die wij doorgespeeld hebben naar de gemeenten die zij op hun beurt voorgelegd hebben aan de veiligheidsregio. Wij hebben ook geopperd een ‘Pick-up & Ride’ te mogen opzetten in de vorm van een afhaaltent op het parkeerterrein. Wij zijn in afwachting van de reactie van de gemeenten”.

“De horizon waar ik zojuist over sprak”, neemt Wim Bergsen het gesprek over, “die horizon hebben wij als winkeliers liggen op 2 maart. Wordt het, gegeven de huidige maatregelen, nog een aantal weken langer dan kunnen wij met recht zeggen dat het voor velen van ons dramatisch gaat worden. Besef bijvoorbeeld dat het aanschaffen van een pak, een mooie trui of een goed paar schoenen zoiets als een beleving is van voelen en uitproberen. Besef ook”, gaat hij verder, “dat een bezoek aan de kapper een verwenmoment is voor veel mensen. Daar kan ook de aangekondigde versoepeling met een mogelijkheid van ‘Click & Collect’ geen uitkomst voor bieden”.

Daarom is het goed dat het winkelend publiek weet hoe zwaar deze lockdown drukt op winkeliers en zeker op de horeca en de kappers, onderstreept Robbert Stoopman. Ongetwijfeld zal iedereen wel een familielid, vriend(in) of kennis hebben die ondernemer is en mee kunnen voelen hoe hoog zakelijk en privé de druk is. Wim en ik kunnen niet anders dan u nu al danken voor uw steun en uw loyaliteit. Koop bij uw lokale winkelier, hij of zij staat voor u klaar en blijf in de tussentijd gezond!

Het zijn gekke tijden voor onze zwembaden

Frank Holterhues (manager a.i. bij zwembad De Louwert en directeur van De Hoge Devel B.V.) zegt het onomwonden, “laten de mensen maar weer komen zwemmen, het is hier veilig en wij hebben het in onze zwembaden rond corona prima georganiseerd”.

Waar eind 2019 in Hendrik Ido Ambacht het nieuwe zwembad De Louwert geopend werd en voor Zwijndrecht in 2021 de bouw van een nieuw zwembad op stapel staat, mengt 2020 zich als coronajaar ertussen.

“lk loop al veertig jaar mee in de wereld van de zwembaden”, vertelt Frank, “ik heb dit jaar gezien en geleerd dat de wereld er ’s ochtends heel anders uit kan zien dat ‘s avonds”. Hij beschrijft hoe hij en zijn medewerkers op dinsdagavond 3 november jl. al voorbereid waren om twee weken de deuren te moeten sluiten. “Toen bereikte ons de dag erop het nieuws dat wij mogelijk toch open zouden blijven. Die avond moesten wij alsnog sluiten. Ik kan niet anders zeggen dan dat wij gekke tijden doormaken”. Dan vertelt hij gepassioneerd over het reilen en zeilen in deze bijzondere tijd, “ik ben blij dat alle medewerkers nog steeds hun contracturen hebben. Zij hebben zich tijdens de sluiting van onze baden beziggehouden met onderhoudswerkzaamheden aan de accommodaties. Vergeet niet dat wij normaal op een zondag in De Hoge Devel zo’n vijf- tot zeshonderd bezoekers trekken. Dat zijn er nu niet meer dan honderd. En waar wij in het buitenbad van De Louwert op een zomerse dag wel 3500 bezoekers mogen ontvangen, waren dat er dit jaar hoogstens zeshonderd. Je moet begrijpen dat mensen voorzichtiger zijn geworden”.  

Dan roept Frank de mensen opnieuw op te komen zwemmen, “wij hebben voor alle activiteiten, ook die van de verenigingen, protocollen opgesteld. Weliswaar mogen wij maar dertig bezoekers in een ruimte ontvangen, moeten wij de anderhalve meter garanderen en zijn douches en kluisjes afgesloten, maar zwemmen kan men. Wat wij mensen slechts vragen is het moment van zwemmen vast te leggen door vooraf via de website te reserveren”.

Frank spreekt met waardering over de ondersteuning die Sportfondsen Nederland heeft gegeven en nog geeft bij het opstellen van richtlijnen rondom te nemen maatregelen. “Met hun advies en deskundigheid als basis zijn regels opgesteld uit oogpunt van veiligheid en bescherming van onze bezoekers”. Hij complimenteert ook de verenigingen, “of het nu de zwem- en waterpolovereniging betreft, de reddingsbrigade of de duikvereniging, allen stelden zij een coronaprotocol op dat naadloos aansluit op de eisen die wij als zwembaden stellen”.

Tenslotte durft Frank Holterhues vooruit te kijken. “Zwijndrecht zal over niet al te lange tijd een nieuw zwembad krijgen”, vertelt hij, “de gemeente Zwijndrecht zal spoedig beslissingen nemen omtrent de voortgang, de projectfasering en de bouw. Mooi vind ik het hoe onze zwembaden (de Louwert en de Hoge Devel) elkaar versterken en aanvullen in wat zij de potentiële bezoekers te bieden hebben. De Hoge Devel zal in haar nieuwe vorm als binnenbad een stuk groter zijn dan het huidige bad. Met een doelgroepenbad, een whirlpool en de faciliteit van een beweegbare bodem komt zij straks uitstekend voor de dag. Daar vult De Louwert met zijn prachtige buitenbad en zonne-speelweide heel goed op aan”. En omdat driemaal scheepsrecht is, herhaalt hij het nog maar een keer, “Lieve mensen kom maar weer zwemmen, het is sportief, het houdt je gezond en in onze baden is het veilig”.

De laan van Welhorst hoogst verkeersonveilig!

Een viertal bewoners maakten vorige week gebruik van hun spreekrecht om hun zorgen te uiten over de onveilige situatie aan de Laan van Welhorst. Jessica Zoutewelle, samen met haar buren Ed Huijgen en Sylvia Termijn woonachtig aan de Boterbloem, heeft de verkeersonveiligheid op de Laan van Welhorst de laatste vijftien jaar alleen maar zien toenemen. “De reden waarom wij vanavond inspreken heeft te maken met het feit dat wij de afgelopen weken diverse malen getuigen zijn geweest van ongevallen waarbij ook steeds de ambulance uit moest rukken“. Met nadruk zegt zij,    “ tot nu toe zijn er alleen gewonden gevallen, maar het wachten is op het eerste dodelijke slachtoffer“.

Onomwonden geeft zij aan waar het knelt, “Op de Laan van Welhorst wordt erg hard gereden. Automobilisten die zich keurig aan de snelheid houden worden regelmatig rechts via de busbaan ingehaald door autobezitters die kennelijk ongeduldig zijn“. Zij gaat verder met, “ook automobilisten die stoppen voor overstekende voetgangers op het zebrapad worden rechts met hoge snelheid via de busbaan gepasseerd“. Zij merkt op dat er het laatste anderhalf jaar op de Laan van Welhorst een sterke toename is van hard rijden in de avond en de nacht. “Wij horen de coureurs in de nachtelijke uren vanuit Zwijndrecht al aankomen, zij racen van rotonde naar rotonde“. Dan zoomt zij in op de kruising Boterbloem, Akkerviool en Laan van Welhorst. “Het mooie afgescheiden fietspad uit de richting Zwijndrecht eindigt plots op de kruising Akkerviool, Laan van Welhorst om over te gaan in een stuk `gewone` weg (de Boterbloem). Na de Boterbloem gaat het afgescheiden fietspad weer verder tot aan de brandweerkazerne“. Jessica vertelt dat de fietsers onvoldoende in de gaten hebben dat het fietspad onderbroken wordt, waardoor zij de hele `gewone` weg als fietspad gebruiken. “Ook de automobilisten uit de Akkerviool zijn zich onvoldoende bewust van de fietsers die plots van rechts komen, gefocust  als zij zijn op de kruising met de Laan van Welhorst“, gaat zij verder. Tenslotte geeft zij aan dat fietsers richting Zwijndrecht, vaak druk met hun sociale media, zich niet bewust zijn van de Akkerviool als straat van rechts waar bovendien gemiddeld sneller wordt gereden.           

Jessica komt samen met haar buren afrondend tot een voorstel richting de gemeente, dat luidt:  A. Een rotonde aanleggen op de kruising Laan van Welhorst met de Akkerviool. B. Op de Laan van Welhorst drempels op de weg plaatsen om de snelheid eruit te halen. C. Een afgesloten fietspad realiseren op de Boterbloem. D. De busbaan van de rijbaan scheiden middels een verhoging of een kleine groenstrook. De andere inspreker, de heer de Koomen, herkent zich volledig in de hiervoor geschetste situatie. Hij woont tegenover het winkelcentrum Hoog Ambacht en zegt dagelijks doodsangsten uit te staan bij het zien van overstekende ouderen en kinderen en het tegelijkertijd  met hoge snelheid passeren van motoren en auto´s. “Ik weet dat het plaatsen van snelheidscamera´s moeilijk ligt, maar verkeerslichten plaatsen is wel het minste dat de gemeente zou kunnen doen ter bescherming van de voetgangers“. Wethouder Lafleur zegt de zorg van de insprekers te delen. Hij start in juli met het verkeersmobiliteitsplan en bijbehorende website. In oktober van dit jaar hoopt hij de reacties van de bewoners op dit plan verzameld te hebben. Hij verwacht dan ook de eerste stappen te kunnen zetten om de situatie aan de Laan van Welhorst zichtbaar te verbeteren.

De horeca zet zich schrap

Ambacht / Zwijndrecht- Het afkondigen van een gedeeltelijke lockdown met als belangrijkste maatregel de sluiting van alle eet- en drinkgelegenheden was reden genoeg om in gesprek te gaan met enkele horecaondernemers en hun gasten. Wij peilden de stemming.

“Het is vreselijk, zegt Nikolina, eigenaresse van restaurant Bas aan de Veersedijk in Ambacht. “In november 2019 zijn wij geopend. Het was altijd al onze droom om een restaurant te beginnen, maar dan één met een culinair karakter. Na drie maanden kwam de eerste lockdown, die hebben wij overleefd. Maar dit… dit hadden wij niet voorzien”. Zij vertelt dat de zomermaanden hun restaurant veel naamsbekendheid heeft opgeleverd. “Het ging heel goed, er was veel animo en wij hadden de zaken goed voor elkaar. Nu weet ik nog niet hoe wij hieruit moeten komen”, vertelt zij gelaten. “Het is hard en heftig als je ziet hoe schoon en netjes het hier is en hoe wij bijvoorbeeld zaken als een goede ventilatie geregeld hebben”. Strijdbaar klinkt het dan, “ook al is de situatie niet leuk, ons restaurant is onze droom en wij gaan ervoor door het stof. Voor ons zijn deze vier weken van lockdown vooral weken van actief kijken naar wellicht een nog beter concept”. 

Voor Wim en Anja van Eeterij en Tapperij ’t Ambacht aan de Dorpstraat in Ambacht ligt dat heel anders. Wij zijn relaxed”, zegt Wim, “het is niet leuk, maar veranderen kunnen wij er niets aan. Het beste ervan maken, dat wel. Wij doen nu veel met thuisbezorging, al twee weken flyeren wij in heel Ambacht. Dat had in maart, bij de eerste lockdown, al direct resultaat en daar zijn wij blij mee”. “Mensen kunnen ons bellen en wij komen aansnellen”, vult Anja aan. “De mensen die normaal hier kwamen eten bestellen nu vanuit huis”. Wim legt uit dat flyeren ook weer nieuwe klanten oplevert. “Zo heeft ieder nadeel ook zijn voordeel en zo maken wij van een nood een deugd”. Hij glimlacht als hij zegt, “ondanks dat wij een nieuw concept hebben (klanten kunnen nu ook grillkippen bij ons bestellen), blijft onze voorkeur uitgaan naar het persoonlijk ontvangen van onze gasten in ons restaurant. Zij zijn straks weer van harte welkom!”.   

Thomas en Michel, de zakenpartners en uitbaters van Du Bistro aan de Passage in Zwijndrecht, zeggen veel steun te hebben gehad van hun klanten. “Wij zaten de twee dagen voorafgaand aan de sluiting bomvol”, vertelt Michel. “Dat geeft een fijn gevoel”, valt Thomas hem bij. “Mensen laten ons voelen en weten er ook weer te zullen zijn als wij straks weer open gaan”.   

Du Bistro is van plan met acties mensen te bedienen. Afhalen zal mogelijk worden in de weekenden, er blijft gekookt worden. “Ja”, bevestigt Michel, “wij blijven bezig, het is tenslotte ons vak!”

Er is bij beide heren overigens maar weinig begrip voor de maatregelen. “Wij hebben zo ons best gedaan. De regels nageleefd rond de tafelbezetting, het noteren van naam en telefoonnummer, het eventueel beschikbaar stellen van mondkapjes”, Michel zucht als hij zegt, “en dan te bedenken dat wij twaalf maart voor het eerst opengingen om vijftien maart alweer te moeten sluiten”.

“Blij waren wij met de zomer”, vertelt Thomas. “Wij hadden veel aanloop en wij verheugden ons op de herfst. Dat is traditioneel ons seizoen, mooie wildgerechten met een goed glas wijn”. “Dan valt het zwaar dat wij nu voor de tweede keer dicht moeten”, vult Michel hem aan. “Uiteindelijk is ons doel toch de zaak vol te hebben met leuke mensen en gemotiveerd personeel, kortom het goed te hebben met elkaar”.

Ook de vaste klanten Raymond en Patrick spreken hun teleurstelling uit. “Het is spijtig dat Du Bistro nu voorlopig weer moet sluiten”, zegt Raymond. “Wij zijn speciaal vanavond gekomen om de eigenaar een hart onder de riem te steken. Het is dubbel voor ons, wij genieten weliswaar van deze avond, het is alleen zo jammer dat dit voorlopig even niet meer kan”. “Het is zuur”, zegt Patrick “wij komen hier al vanaf dag één om verjaardagen en jubilea te vieren. Het is hier heerlijk ongedwongen en gezellig, dat is wat wij de komende weken zullen missen”. Dan knipoogt Raymond naar Michel als hij zegt, “de komende weken maken wij het thuis gezellig en daar kan ook heerlijk gekookt worden. Wij gooien het gewoon op een akkoordje met Michel, die komt vast een keertje langs om… te koken”.

Bewoners dringen aan op een open overleg

Zwijndrecht – Hogelijk verrast waren de bewoners aan de Zwijndrechtse straten Welhorst en Polre, en aan de Ambachtse straten Reigersbek en Watermunt, toen bij hen medio juli jl. een brief van de ds. Abraham Hellenbroekschool op de deurmat viel. De inhoud van de brief was zonneklaar, het grote grasveld aan beide zijden van genoemde straten was aangewezen als locatie voor een noodgebouw om leerlingen in op te vangen. De Hellenbroekschool zal, aldus de brief, gedurende haar sloop- en nieuwbouwperiode van dit noodgebouw gebruik maken.

Robert Pennings en Ed van Groningen vertegenwoordigers van de actiegroep PoWWer (opgericht door verontruste bewoners van de betreffende straten) doen hun verhaal. “De brief heeft de strekking alsof besluiten al genomen zijn. Wij hebben ons als bewoners, na ontvangst van de brief, dan ook direct georganiseerd”, vertelt Robert. “Toen ons vervolgens eind juli de aanvraag van de vergunning voor het plaatsen van de tijdelijke voorziening onder ogen kwam, zijn wij een zogenaamd Wob-verzoek gestart”. Ed gaat verder, “Wij vonden als bewoners dat wij recht hadden op antwoorden van beide gemeenten, zowel van Hendrik Ido Ambacht als van Zwijndrecht. Antwoorden op vragen als: Welke afwegingen heeft u gemaakt bij uw besluit ‘het grasveld’ als locatie voor de noodvoorziening aan te wijzen? Welke mogelijke alternatieve locaties heeft u in uw besluitvorming betrokken? en Wat drijft u juist voor ‘het grasveld’ te kiezen?“Waar de gemeente Hendrik Ido Ambacht snel en transparant in een open gesprek aangaf haar medewerking te willen verlenen maar haar zustergemeente als leidend te zien, daar bleef het van de kant van de gemeente Zwijndrecht akelig stil”, aldus Robert. Ed legt uit dat de actiegroep diverse malen contact gezocht heeft met de verantwoordelijke ambtenaren binnen de gemeente Zwijndrecht. “Er is op 21 september jl. een overlegmoment geweest met de wethouder en op 29 september jl. hebben wij tijdens de raadsvergadering van ons inspreekrecht gebruik gemaakt.Wij zijn nu ruim twee maanden verder en er is nog steeds geen onderbouwde reactie ontvangen op de informatievraag die wij hebben neergelegd in het Wob-verzoek van 11 augustus jl.”“De manier van communiceren van de kant van de gemeente Zwijndrecht is ondoorzichtig en in veel opzichten tegenstrijdig”, vertelt Robert. “Het zet ons met de rug tegen de muur, wekt geen vertrouwen en doet afbreuk aan de zorg die wij hebben voor onze leefomgeving. Daarentegen laat de gemeente Hendrik Ido Ambacht zien dat het ook anders kan”.

“Onze zorg is werkelijk gegrond”, gaat Ed verder. “De onzekerheid over de duur van de tijdelijke voorziening, de verkeersonveiligheid door twee scholen op korte afstand, de afvoer van het hemelwater, de geluidsoverlast en het verlies van speelruimte, om maar niet te spreken van het verlies van uitzicht. Het zijn zorgen die wij als bewoners hebben en daarin willen wij gehoord worden door de gemeente”. Robert doet tenslotte een appel op de gemeente Zwijndrecht en haar verantwoordelijke wethouder, “laat ons meedenken over het plan, laat ons u overtuigen dat het anders kan en neem ons mee in uw communicatie mocht het toch blijken niet anders te kunnen, alstublieft!”